TEKENINGEN LEZEN MET JE VINGERS
Dat moet je wel eerst leren! Stap voor stap...


De basis: voelbare tekeningen leren ‘lezen’ en begrijpen begint bij het voelen van verschillende lijnen en texturen en deze goed te leren onderscheiden. Denk onder andere aan dunne en dikke doorgetrokken lijnen, stippellijnen, ribbellijnen. En zo kunnen texturen bijvoorbeeld egaal, ruw, geribbeld, regelmatig of onregelmatig aanvoelen.


Met die verschillende lijnen en texturen kunnen blinde en slechtziende kinderen vervolgens duidelijke vormen onderscheiden. Lijnen gecombineerd met texturen kunnen worden gebruikt om 'binnen de vorm' en 'buiten de vorm' aan te geven.


Een stapje moeilijker zijn letters, cijfers en diverse symbolen. Oftewel, de basiselementen waarmee we communiceren en betekenis geven aan alles om ons heen.


Eenmaal lijnen, texturen, vormen, cijfers, letters en symbolen onder de knie, dan kun je er talloze combinaties van maken. Denk bijvoorbeeld aan grafieken, waarbij een legenda aangeeft waar bepaalde waarden en lijnen voor staan. Of plattegronden. De wereld wordt al voelende weer een stapje groter!


Beheers je het allemaal? Dan is het tijd om de hoogte en de diepte in te gaan! Met tactiele tekeningen van driedimensionale onderwerpen: voorwerpen, gebouwen, mensen, dieren. Hierbij gaat het erom dat de leerling verschillende aanzichten van het object leert combineren tot een mentaal plaatje van het 3D-voorwerp. De aanzichten van het voorwerp worden namelijk recht van boven, recht van opzij en recht van voor getekend.


Abstracte onderwerpen als perspectief en schaduw kunnen uiteindelijk ook op de tast worden verkend. Hoe kan het dat iets dat verder weg staat, er kleiner uitziet? Wat zijn kikkerperspectief en vogelperspectief? Of als we het over schaduw hebben: hoe zit het met de stand van de zon en hoe zorgt deze voor de schaduwen op verschillende momenten van de dag? Waarom kan een schaduw van een mens of voorwerp lang of kort zijn en van vorm veranderen? Ook dat is dus allemaal op de tast te leren!
Koninklijke Visio en Bartiméus, expertisecentra voor slechtziende en blinde mensen, hebben samen de Leerweg 3D-2D ontwikkeld. Deze methodiek helpt zeer slechtziende en blinde leerlingen stapsgewijs de transformatie van een 3D-object naar een 2D-weergave te begrijpen. Deze leerlingen hebben vaak moeite met deze overgang doordat een tweedimensionale weergave van een object, bijvoorbeeld een tekening, vaak afwijkt van het ‘mentale beeld’ dat een leerling maakt op basis van betasting van dat object in 3D. Neem bijvoorbeeld een hond. In 3D heeft een hond vier poten. Maar op papier getekend van opzij of van voor, dan kan een hond maar twee poten hebben.
De leerweg is bedoeld voor leerlingen die door Visio en Bartiméus begeleid worden, zowel op de eigen scholen als in het reguliere onderwijs. Dedicon heeft voor deze leerweg 80 tactiele tekeningen gemaakt.
In dit artikel op de site van Koninklijke Visio lees je er meer over.

Een hond met twee poten… hoe kan dat?


De Op de Tast-boeken bevatten zweltekeningen. Dat zijn tekeningen die op papier met een speciale coating worden geprint. Vervolgens wordt het papier verwarmd in een oven, waarbij de zwarte inkt 'opzwelt'. Zo ontstaan voelbare lijnen. Daarnaast wordt op de zweltekeningen ook inkt gebruikt die niet zwelt bij verwarming. De begeleidende tekst in grijze kleur bijvoorbeeld. Deze is bedoeld voor een meelezer die de brailletekst niet (goed) kan lezen.
